dinsdag 22 juni 2010

Een luxe etage.

Maanden later zou Jenny nog aan deze situatie terug denken. Ze zat opnieuw aan een klein tafeltje in de zon, maar nu op een balkon.Van haar eigen huis. Etage dus. Onverwacht groot voor haar doen. Vijf kamers en een keuken, twee balkons en een terras. Ze baadde in de ruimtes er was ook   nog een berging en een garage bij.  Het was ongelooflijk geweest, maar een week nadat ze thuis gekomen was, woonde ze in dit huis. Vanaf de tweede dag thuis, was ze gaan pakken, begeleidt door gegil van man en kind. Maar ze hoorde het niet, gaf geen tekst en uitleg meer en pakte. Koffer na koffer na koffer. Aan het eind van de week kwamen er twee verhuizers, die alles meenamen en naar haar nieuwe flat brachten. Tenslotte was alle bagage binnen en Jenny deed de deur achter zich dicht. Tevreden.

De dag na de verhuizing zat ze koffie te drinken in de keuken, toen er gebeld werd: Man en kind stonden voor de deur: mogen wij misschien binnen komen? Ja hoor, ik kan jullie best op een kopje koffie uitnodigen.  De beiden zaten wit en zwijgend aan de tafel: mooi huis heb je. Ja nietwaar?

Het lijkt me dat je ons toch een verklaring schuldig bent, maar dat laten we dan maar even wachten tot je weer beter bent". Jenny knikte; goed ik wil met je praten bij Dr. Simons. Hier is zijn kaartje. Ze gaf hem een kaartje. Hij beheerste zich: je, je wilt praten bij een huwelijkstherapeut? Inderdaad, zie Jenny kalm. Wanneer kom je weer thuis mam? Vroeg haar dochter die zich met moeite beheerste. Jenny grijnsde. Ik ben nu thuis, dit is mijn huis. Stilte, de zelfbeheersing stond op barsten, dat merkte ze. Het lijkt me verstandig dat jullie nu naar huis gaan, dan mag je je laten gaan. De tijd is op. Onder doodse stilte verlieten ze het huis. Mam, kan ik morgen nog even komen? Dan kijken we samen naar de WK Duitsland-Nederland.

Haa, zei Jenny, dat is een leuk idee. Kom maar om twee uur dan is het gebak klaar. Uh, mag ik ook. Ja natuurlijk. Plaats genoeg. Neem een goed humeur mee. We doen ons best, we doen ons best.

De stemming was gezellig geweest dat weekend en ondanks alles hadden ze veel gelachen. Voor het avondeten gingen ze naar huis. Wij gaan uit eten, mogen we je uitnodigen voor een volgende keer. Natuurlijk zie Jenny stralend. En ruimde glimlachend het huis op.

donderdag 4 maart 2010

Zo idyllisch

Jenny was geinstalleerd op een tuinstoel in een deken. Voor haar een tuintafel en daarop een kopje thee. Ze knipperde tegen de zon en voelde zich als een tevreden kat, die van de eerste voorjaarswarmte geniet.

-Wat heerlijk is het hier-zuchtte ze en rekte zich uit. Ja, ja reageerde haar man, geniet er nog maar van, straks komt het harde leven weer. O ja? vroeg Jenny. Dat zien we dan nog wel.
Hoezo - reageerde haar man- als je beter bent kun je toch gewoon weer aan het werk?

Ja hoor schat zei Jenny en ze gaapte. Maar nu denk ik daar helemaal niet aan.
Nee hoor mam, geniet jij maar lekker van de zon, voegde haar dochter er aan toe. Jenny lachte. Ze voelde zich onoverwinnelijk. Terwijl ze misschien als een ellendig hoopje mens onderuit gezakt op de stoel had moeten zitten. Of misschien werd dat van haar verwacht, maar ze vond dat helemaal niet nodig.Je hoeft niet zo triomfantelijk te kijken- mopperde haar echtegenoot. Zoveel reden heb je daar niet voor.

Ja, ja wel daar heb ik alle reden voor, ik voel me geweldig triomfantelijk- Ze sloeg de deken van zich af en liep de tuin door om te kijken naar de bloemen die uit de grond kwamen. De tuin was haar terrein en ze kende alle planten persoonlijk, zei ze altijd. Nu kon ze het resultaat van het werk van de afgelopen jaren bewonderen. -Wat is de tuin mooi- verzuchtte ze. Ja, mam dat zeiden wij van de week ook al.- Je gaat toch niet meteen weer onkruid wieden? Nee, dat nog niet, maar misschien van de week om weer op gang te komen, zei haar man.

zondag 28 februari 2010

Het vertrek.

Donderdag 8 april om half tien verliet Jenny het ziekenhuis. Ze liep met haar man en dochter naar de enorme uitgang, schudde de receptionistes de hand en lacht stralend naar de zon die door de grote draaideur naar binnen scheen.

De auto stond op het grote parkeer terrein voor het ziekenhuis en Edward stopt haar koffer in de bagage ruimte. Hij deed galant de deur voor haar open, tegelijkertijd met haar dochter, vader en dochter hielden samen lachend de deur open."Gaat u naar binnen dame, we zijn dolblij je weer thuis te hebben". Opeens een knuffel van twee kanten. Jenny schoot in de lach: Zo is het wel goed, ik voel me enorm welkom thuis! Wacht maar tot je thuis bent, beloofden de anderen geheimzinnig.Daarna zuchtte Edward; Godzijdank dat we dit achter de rug hebben, ik hoop de het gewone leven zo snel mogelijk zijn beloop weer neemt.'

En met een blik op Jenny: " en zo gezond mogelijk natuurlijk". Jenny knikte.